In de oosterse geneeswijzen werken we met de orgaanklok, een model dat ons bioritme in kaart brengt en een handleiding geeft voor een energie volle dag.
Een van de wijsheden die we kunnen opmaken uit dit model, is dat we het beste redelijk vroeg kunnen avondeten, bijvoorbeeld om 17:30. Na het avondeten "vast" je vervolgens tot de volgende ochtend. Het Engelse woord voor ontbijt, breakfast, geeft weer dat je op dit moment je periode van vasten weer verbreekt.
Deze periode van vasten geeft je lichaam de tijd om je maaltijd al deels te verteren voordat je gaat slapen. Hoe later het wordt, hoe minder actief spijsverteringsorganen zoals de maag of dunne darm zijn, laat de orgaanklok zien. Snacken na het avondeten, of laat eten dwingt je lichaam om door te werken, waardoor andere processen in het geding komen. Je nachtrust gaat er bijvoorbeeld op achteruit. Dit gaat ten koste van de harmonie in het systeem en kan leiden tot ziekte.
Dit concluderen nu ook chronobiologen, biologen die zich onder andere richten op het bioritme. Waar eerder werd gedacht dat het niet zoveel uitmaakt wanneer je eet, blijkt uit studies dat laat eten het bioritme verstoort en een grotere kans geeft op overgewicht en diabetes type 2.
De oosterse geneeswijzen wijn gebaseerd op eeuwenlange observaties van het leven. Deze observaties werden niet opgetekend op een manier die wij nu als wetenschappelijk onderkennen. Maar dat wil niet zeggen dat dit empirisch onderzoek, de studie van de levenskracht niet waar is. Dat wordt steeds vaker bewezen.
